De spreuk luidde:
Aangezien we niet universeel kunnen zijn en alles weten wat er te weten
valt, zouden we een beetje van alles moeten weten.
Voor de meeste toch wel vrij eenvoudig. Bijna iedereen had door dat het hier
om een hoofdtype ging, in dit geval type 5, de waarnemer, onderzoeker,
denker, observeerder of deskundige genoemd. Bij de 5 draait alles om kennis,
kennis en nog eens kennis. Hij weet het liefst overal iets van en zal zich
als het mogelijk is verder specialiseren in het onderwerp. Vijven kunnen
vrij filosofisch aangelegd zijn vandaar de uitspraak dat we niet universeel
kunnen zijn. Hij rationaliseert al zijn kennis en bevindingen en begrijpt
als geen ander dat hij niet alle kennis kan vergaren, hij doet dus een
concessie om van alles een beetje te weten. Waarnemers zijn erg gericht op
privacy en vaak materialistisch ingesteld. We zien in de geschiedenis een
wisselend succesbeeld bij de 5, enerzijds heb je geniale experts als Darwin,
Einstein, Nietsche, anderzijds zie je ook vaak vijven die het spoor volledig
bijster zijn in de ingewikkelde complexiteit van hun eigen denkprocessen en
raken hierdoor sociaal geïsoleerd en komen nogal excentriek over.